Aan het werk met de strippenkaart

Op de strippenkaart staan dagbestedingsprojecten van deze drie organisaties. Deelnemers kunnen op deze locaties een warm welkom inclusief een rondleiding verwachten. Ook krijgen ze aan het einde van de rondleiding een stempel en is er bij een volle strippenkaart een verrassing in de vorm van een warme maaltijd en/of een ander kleinigheidje.

Van strandjutten tot creatieve workshops

Bij de Kessler Stichting kan men kennismaken met de werkzaamheden binnen het sorteercentrum en vintage kledingwinkel Pakkie Deftig, de Houtwerkplaats, Fietswerkplaats en Juttersgeluk Den Haag- om plastic op het strand te jutten. Reakt biedt deelnemers de mogelijkheid om aan de slag te gaan bij zorgboerderij en lunchroom Pluk! of creatieve workshops volgen bij Anders Bekeken aan de Zuidwal. Bij De Prael kunnen deelnemers meewerken in het restaurant, de keuken of brouwerij. Via de strippenkaart kan men zelf ervaren welke dagbesteding het beste past.

Inspiratie uit Rotterdam

‘In Rotterdam bestaat al een soort gelijk project van Reakt [Kijk op de Wijk, red.] dat werkt met een strippenkaart. Juist op het moment dat we dat ook in Den Haag wilde introduceren, werden we gebeld door de Kessler Stichting met de vraag of we deze kaart ook in Den Haag konden inzetten voor het kennismaken met dagbestedingsprojecten. Dit hebben we meteen toegezegd,’ zegt Serena Marongiu van Reakt.

Button: lees meer over Kijk op de Wijk

Voordelen arbeidsmatige dagbesteding

Arbeidsmatige dagbesteding is een mooie manier om de kwaliteiten en ontwikkelmogelijkheden van mensen met een kwetsbaarheid aan te spreken. Niet de problematiek staat centraal, maar iemands potentie. Dit kan laagdrempelig en op maat. Om te beginnen krijgen mensen een werkritme en structuur in hun dag. Doordat men op een laagdrempelige manier werkervaring opdoet is de stap naar beschut werk, vrijwilligerswerk of een betaalde baan kleiner. Daarnaast is de ervaring dat er vriendschappen ontstaan doordat mensen meer sociale contacten hebben door dagbesteding.

Lees het artikel in AD Haagsche Courant van zaterdag 26 januari.